De uitgesproken Marchionne, die in tegenstelling tot veel van zijn landgenoten
liever een trui draagt dan een strakgesneden maatpak, trof Fiat bij zijn
aantreden als topman in 2004 in vergaande staat van ontbinding aan. Een
grote schuldenlast, verlieslijdende fabrieken en verouderde modellen hadden
de voormalige industriële trots van Italië aan de rand van de afgrond
gebracht.
De in Canada opgegroeide Italiaan wist General Motors al snel zover te krijgen
een samenwerkingsverband voor 2 miljard dollar af te kopen. Met dat kapitaal
begon hij aan een grootscheepse reorganisatie van Fiat. Tot grote vreugde
van de vakbonden moest vooral het management het daarbij ontgelden. "We
haalden in zestig dagen de organisatiestructuur uit elkaar”, vertelde
Marchionne aan weekblad The Economist. "Veel leiders die er al heel lang
zaten, maar geen benul hadden van marktwerking, werden weggehaald.”
Opel
Marchionne wist met veel minder managers en de snelle introductie van vele
nieuwe modellen Fiat in enkele jaren van ‘zieke man van Europa’ tot ‘redder
van de Amerikaanse auto-industrie’ te maken. Analisten vrezen echter dat hij
met zijn grote ambities zijn hand overspeelt. Niet alleen neemt hij, als de
overeenkomst helemaal is afgerond, de leiding bij Chrysler. Marchionne (56)
zou ook de Duitse autofabrikant Opel willen redden uit de bijna failliete
boedel van General Motors.
Op die manier moet een van de grootste autoconcerns ter wereld ontstaan.
Volgens Marchionne is schaalvergroting de enige mogelijkheid om de huidige
kaalslag in de internationale auto-industrie te overleven. De succesvolle
topman streeft naar een jaarlijkse productie van minstens 5,5 miljoen
auto’s. Samen verkochten Fiat en Chrysler in het afgelopen jaar ongeveer 4,2
miljoen nieuwe voertuigen.
Italië reageerde opgetogen op de wederopstanding van het roemruchte automerk
uit Turijn. De landelijke krant Corriere della Sera benoemde Fiat tot "de
trots van heel Italië”. Volgens concurrent Il Messagero is de Amerikaanse
autostad Detroit nu een "provincie van Turijn”.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl